Rechtvaardigt het bellen tijdens diensttijd een ontslag op staande voet? En is het gebruik maken van camerabeelden als bewijs wel toelaatbaar? Over deze verhitte kwestie moest de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland zich vandaag buigen (ECLI:NL:RBGEL:2015:4355/ECLI:NL:RBGEL:2015:4357)
Feiten
Naar aanleiding van een bericht van een passagier op twitter over het mobiel bellen tijdens een dienst, wordt de buschauffeur een paar dagen later geconfronteerd met camerabeelden van deze rijdienst. Uit de camerabeelden blijkt dat de buschauffeur tijdens het rijden tot twee maal toe in een bus met passagiers mobiel heeft gebeld. De buschauffeur ontwijkt steeds de vraag of hij al dan niet mobiel heeft gebeld tijdens deze dienst. Ook blijkt uit de camerabeelden dat de buschauffeur in strijd met de regels in de bus heeft gerookt. Overigens ontkent de buschauffeur dit laatste.
Naar aanleiding van het bovenstaande wordt de buschauffeur op staande voet ontslagen.
Werkgever Hermes heeft recentelijk het beleid met betrekking tot het verbod om tijdens rijdiensten te bellen aangescherpt. Bovendien is de werknemer daags voor het incident tijdens een werkonderbreking nog expliciet gewaarschuwd voor overtreding van de regels van dit beleid. Dit naar aanleiding van een collega die wegens gebruik van een mobiele telefoon tijdens zijn dienstrit op staande voet was ontslagen.
Standpunt van de buschauffeur
De buschauffeur stelt zich op het standpunt dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven nu er vier dagen zijn verstreken tussen de klacht van de reiziger (twitterbericht) en het ontslag op staande voet. Bovendien stelt de buschauffeur dat zijn werkgever de camerabeelden zonder zijn instemming niet mag bekijken en gebruiken voor bewijs. Verder is de werknemer van mening dat de maatregel van een ontslag op staande voet disproportioneel is. Ook vindt hij dat er sprake is van rechtsongelijkheid, nu het ontslag op staande voet van ‘bellende collega’s’ door Hermes is ingetrokken.
Onverwijldheid
De voorzieningenrechter is van mening dat aan het onverwijldheidsvereiste is voldaan nu Hermes de werknemer na de klacht van de reiziger heeft geschorst en de chauffeur om een schriftelijke reactie heeft gevraagd en de zaak vervolgens in beraad en onderzoek heeft genomen.
Het maken, bekijken en gebruiken van camerabeelden
Gelet op de van geldende ‘regeling cameratoezicht Connexxion’ staat vast dat het maken van de filmopnames rechtmatig is. Met betrekking tot de vraag of het bekijken en gebruiken van de beelden in deze zaak rechtmatig is, beantwoordt de rechter die vraag bevestigend. De gehanteerde maatstaf voor uitsluiting van (mogelijk) onrechtmatig verkregen bewijs is dat sprake moet zijn van bijkomende omstandigheden (HR 18 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:942). Er van uitgaande dat in civiele procedures bewijs op alle mogelijke wijzen geleverd kan worden (art. 152 Rv), is er in dit geval geen sprake van bijkomende omstandigheden die gebruik van dit bewijs uitsluiten. Kortom: het bewijs mag worden gebruikt. In dit geval weegt het belang van de waarheidsvinding van Hermes van meer belang dan het belang van de privacy aan de zijde van de buschauffeur, aldus de rechter.
Maatregel van ontslag op staande voet disproportioneel
Hermes was gerechtigd het beleid ten aanzien van het gebruik van mobiele telefoons tijdens het rijden aan te scherpen. Bovendien erkent de chauffeur dat hij is gewaarschuwd om niet mobiel te bellen tijdens dienstritten. Na lang aandringen erkent de chauffeur de overtreding maar stelt hij dat dit gebeurt uit een soort automatisme.
De rechter oordeelt dat een sanctie passend is. Echter een ontslag op staande voet is gezien de omstandigheden te zwaar. Dit van wege het feit dat het zeer recent ingevoerde beleid ter zake mobiel bellen ruimte biedt voor minder zware sancties, vanwege de intrekking van ontslagaanzeggingen om diezelfde overtreding bij andere buschauffeurs, gezien de leeftijd, de lengte van het dienstverband en zijn (goed) functioneren als buschauffeur. De rechter oordeelt dat het gegeven ontslag op staande voet om die reden in een bodemprocedure geen stand zal houden.
Tot slot: einde arbeidsovereenkomst vanwege vertrouwensbreuk
In de daarop door de werkgever aangespannen ontbindingsprocedure, strekkende tot een ontbinding voor het geval de kantonrechter van oordeel is dat er geen sprake zou zijn van een ontslag op staande voet (hetgeen aldus het geval is), oordeelt de kantonrechter dat er sprake is van een vertrouwensbreuk. Het overtreden van de gedragsregels (bellen tijdens dienstritten en roken in de bus) vormen een zodanige vertrouwensbreuk c.q. verandering van omstandigheden, dat de arbeidsovereenkomst spoedig moet eindigen. Het langdurige dienstverband en de (financiële) gevolgen van het ontslag maken dat, afgezet tegen de ernst van de gedragingen, niet anders. Bovendien is er om genoemde redenen geen enkele reden voor het toekennen van een ontbindingsvergoeding.
Dit bericht is geschreven door mr. Caroline de Graaf, als jurist verbonden aan Arbeidsrecht De Graaf te De Wijk (De Wolden).